Категория:Нидерландские глаголы
Внешний вид
Подкатегории
В этой категории отображается 32 подкатегории из имеющихся 32.
- Нидерландские переходные глаголы (60 с.)
- Нидерландские эргативные глаголы (18 с.)
Б
- Глаголы бросания/nl (1 с.)
Г
- Глаголы глотания/nl (2 с.)
- Глаголы горения/nl (0 с.)
- Глаголы дыхания/nl (1 с.)
- Глаголы жизни/nl (1 с.)
- Глаголы питья/nl (1 с.)
Е
- Глаголы еды/nl (1 с.)
К
- Глаголы копирования/nl (2 с.)
- Глаголы купания/nl (1 с.)
Л
- Глаголы литья/nl (3 с.)
Н
- Глаголы накопления/nl (1 с.)
- Глаголы наполнения/nl (3 с.)
- Глаголы нюхания/nl (1 с.)
О
- Глаголы оценки/nl (2 с.)
П
- Глаголы посещения/nl (1 с.)
Р
- Глаголы речи/nl (5 с.)
С
- Глаголы свечения/nl (4 с.)
У
- Глаголы уничтожения/nl (5 с.)
Страницы в категории «Нидерландские глаголы»
Показано 200 страниц из 656, находящихся в данной категории.
(Предыдущая страница) (Следующая страница)A
- aaien
- aanbellen
- aanbevelen
- aanbieden
- aandrijven
- aanhalen
- aankomen
- aanleren
- aanmelden
- aanmoedigen
- aanraden
- aanranden
- aanschrijven
- aanvallen
- aanvullen
- aanzetten
- abonneren
- accumuleren
- activeren
- ademen
- ademhalen
- afdrukken
- afnemen
- afpersen
- afschakelen
- afschrijven
- afslanken
- afstropen
- aftrekken
- afvallen
- afweren
- amerikaniseren
- amputeren
- amuseren
- analyseren
- annexeren
- anodiseren
- antwoorden
- archiveren
- asemen
- asemhalen
- associëren
- automatiseren
B
- baden
- balanceren
- balsemen
- barricaderen
- baseren
- batikken
- beademen
- beangstigen
- beboeten
- bedingen
- bedreigen
- begeleiden
- beginnen
- begrijpen
- behoren
- beïnvloeden
- bekennen
- bekeuren
- bekritiseren
- belasteren
- beleren
- benadrukken
- benijden
- bepeinzen
- beschermen
- beschrijven
- bespreken
- bestaan
- bestraten
- besturen
- betalen
- betonneren
- betwijfelen
- bevelen
- beven
- bevrijden
- bewaken
- bewegen
- bewerken
- bezielen
- bezoeken
- bidden
- biechten
- bijstaan
- bijten
- binden
- blaffen
- blazen
- blesseren
- blozen
- bombarderen
- borduren
- boren
- borstelen
- bouwen
- braken
- bureaucratiseren
C
D
- dactyloscoperen
- dansen
- dateren
- deblokkeren
- decoderen
- decoreren
- deelnemen
- defloreren
- degenereren
- delen
- demagnetiseren
- democratiseren
- denatureren
- denken
- depolitiseren
- deporteren
- desalineren
- deserteren
- desinfecteren
- desinformeren
- destabiliseren
- diagnosticeren
- differentiëren
- discretiseren
- diskwalificeren
- doden
- domineren
- doodgaan
- doorgaan
- doseren
- dragen
- dreigen
- drijven
- drinken
- drogen
- dromen
- druipen
- duiken